Nieuws

Kwaliteit meten in de praktijk: observatoren aan het woord

16 oktober 2018

“Voor het veldwerk van de Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang (LKK) 2018 zijn wij op zoek naar observatoren”. Dat was begin dit jaar een oproep die we deden. Maar wie zijn de observatoren en hoe is het om een observator op bezoek te hebben?

De reacties op de oproep kwamen van studenten Pedagogiek aan universiteiten door heel Nederland. Zij wisten al veel over het vakgebied, maar moesten daarnaast een meerdaagse training volgen in het afnemen van wetenschappelijke instrumenten voordat zij de kwaliteit in de praktijk mochten meten. In mei gingen de eerste observatoren op pad. Bij elkaar zijn zij inmiddels bij ruim 140 locaties kinderdagopvang, peuteropvang, buitenschoolse opvang en gastouders geweest door heel Nederland. Misschien zijn ze ook wel bij uw kinderopvang geweest? Lees hier meer over hun ervaringen.

 

Leuk en leerzaam

Ondanks het soms hele vroege opstaan en op pad gaan, zijn de observatoren zeer enthousiast over hun werk. Het is voor hen leuk, leerzaam en afwisselend om mee te lopen en rond te kijken op een opvang. 

“Het is heel interessant om een dagje mee te mogen kijken. Je ziet veel verschillende soorten opvang. Zo ben ik bijvoorbeeld op een biologische opvang geweest bij een boerderij, maar ook op een opvang midden in een grote stad. Er worden vaak dezelfde methoden gebruikt, maar toch is er veel verschil. Dit is erg leuk om te zien!”

 

Spannend? Welnee.

Voor de medewerkers van de opvang zelf kan het ook weleens spannend zijn. Dat is helemaal niet nodig: observatoren controleren niet, zij observeren.

“Sommige locaties vinden het wel spannend als we komen observeren. We proberen altijd iedereen gerust te stellen en alle mogelijke vragen te beantwoorden. In het begin is het even wennen en voelt een beroepskracht zich soms een beetje bekeken, maar dat verdwijnt snel. Als observator ga je er niet bovenop zitten, maar je stelt je onzichtbaar op en gaat in een hoekje staan. Aan het eind horen we vaak: ‘We waren bijna vergeten dat je er was’.”

“We waren bijna vergeten dat je er was”

 

Elke opvang is weer anders

Hoe een observatie verloopt, verschilt per locatie en duurt gemiddeld zo’n 5 tot 7 uur. Alles gaat in overleg met de medewerkers en wordt afgestemd op de betreffende locatie. Bij een BSO is er bijvoorbeeld vaak minder tijd en dan zijn de observatoren minder lang aanwezig. Maar bij een gastouder met kinderen die erg in leeftijd verschillen, kan dit soms weer wat langer duren.

Ook is er bij een gastouder vaak een andere sfeer dan op een peuteropvang. Een observator vertelt hierover:

“Het contact met een gastouder is vaak wat informeler. Je komt meestal bij iemand thuis en dat is voor hen natuurlijk best spannend. De individuele aandacht voor de kinderen is vaak groter, omdat er regelmatig maar twee of drie kinderen zijn.

Bij een kinderdagopvang is dit heel anders. Hier zijn grotere groepen kinderen, waardoor er vaak ook meer voorzieningen zoals meer speelhoeken zijn.”

 

Filmfragmenten

De observatie bestaat uit verschillende onderdelen, zoals de verschillende interactiemomenten tussen de pedagogisch medewerker(s) en de kinderen (gemeten met de CLASS). Het observeren van de omgeving en het maken van een aantal filmopnames. Tot slot wordt er nog een vragenlijst afgenomen bij de pedagogisch medewerker en de leidinggevende van de locatie. 

”Tijdens de observaties worden er ook filmopnames gemaakt. Dit doen we met een iPad en meestal vanaf een afstandje, we staan er dus niet met een grote camera bovenop. Bij verschoonmomenten van baby’s filmen we alleen de gezichtsuitdrukkingen van de pedagogisch medewerker en de baby om zo te zien hoe beiden op elkaar reageren.”

 

Ontmoeting met de kinderen

Pedagogisch medewerkers zijn vaak benieuwd hoe de kinderen op ‘het bezoek’ reageren. De observatoren maken veel leuke dingen mee, maar moeten zich ook blijven concentreren op het werk.

”Kinderen vinden onze aanwezigheid meestal erg interessant en willen met je spelen. Het is dan wel tegen je natuur in om dat niet te doen, maar dit is natuurlijk niet de bedoeling. Als je eenmaal aan de slag gaat, zijn ze ook vrij snel vergeten dat je er bent en gaan gewoon door met wat ze normaal ook doen.”

“Kom je volgend jaar weer op mijn verjaardagsfeestje?”

”We maken tijdens de observaties veel leuke dingen mee. Zo vroeg er een jongetje dat trakteerde voor zijn verjaardag: ‘Kom je volgend jaar weer op mijn verjaardagsfeestje?’.” 
“Of een zoontje van een gastouder die later thuiskwam en niet meedeed aan het onderzoek, speelde dat ook hij observator was en ging naast mij staan filmen met zijn eigen camera.”
Zo is geen enkele observatie hetzelfde!