Een belangrijke bevinding uit de LKK-monitor is dat verticale groepen in de kinderopvang minder gunstig zijn voor baby’s. Dit geldt zowel voor de emotionele als de educatieve kwaliteit. We vragen aan baby-expert Hester Heerdink van Sardes, trainer van ‘Baby’s in de kinderopvang’, of zij deze uitkomst herkent. |
Waarom zijn verticale groepen minder gunstig voor baby’s?
Het grootste probleem met verticale groepen is dat de oudere kinderen nou eenmaal meer aandacht vragen dan baby’s, zo geeft Hester aan. Zo lang baby’s niet huilen, trekken zij minder actief de aandacht dan de oudere kinderen doen.
Het is ook best heftig als je 12 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 onder je hoede hebt, en daarbij tijd moet zien vrij te maken voor de allerjongsten. Stel, je zit net een baby de fles te geven en dan ontstaat er voor je neus bijvoorbeeld ruzie tussen twee peuters, wat doe je dan?
Terwijl je met de oudere kinderen de routine van de groep aanhoudt, wil je met de baby’s zoveel mogelijk het ritme van het kind volgen - ook dat is soms lastig te combineren.
Vanuit de wet IKK wordt voorgeschreven dat alle medewerkers die met baby’s werken bijgeschoold moeten worden. Is dit nodig en is dit nuttig?
Hester ziet de scholingseis vooral als waardering voor het vak van pedagogisch medewerkers die met baby’s werken. Voor deze medewerkers is tot nu toe minder scholingsaanbod geweest dan voor het werken met peuters.
Haar ervaring is dat pedagogisch medewerkers die de babytrainingen volgen hier veelal positief instaan en het als een kans zien om hun werk te verdiepen.
Het belangrijkste effect is dat pedagogisch medewerkers zich nog bewuster worden van hoe cruciaal hun handelen is, juist voor de allerjongste kinderen in de opvang. Het bieden van veiligheid en geborgenheid staat bij deze medewerkers op één, en de training biedt erkenning voor het belang daarvan. Dat maakt bijvoorbeeld dat je duidelijke afspraken kan maken met collega's over de taakverdeling op de groep: als ik de baby aan het voeden ben, dan ben jij vliegende keep voor alle vragen van de peuters.
En hoe zit het met die educatieve kwaliteit, is dat wel relevant voor baby’s?
Op de allereerste plaats gaat het bij baby’s om het creëren van veiligheid en geborgenheid, zo geeft Hester aan. Een baby is zo afhankelijk van zijn verzorger, dat het opbouwen van die band voor alles gaat. Als die band er is, is er ook ruimte voor ontwikkelingsstimulering.
Pedagogisch medewerkers die met baby’s werken weten prima hoe de baby-ontwikkeling verloopt en hoe bijvoorbeeld de motorische fasen van rollen - tijgeren - kruipen elkaar opvolgen. In de babytrainingen leren ze om hierbij aan te sluiten in de zone van de naaste ontwikkeling en kinderen een stapje verder te helpen. Bijvoorbeeld: als een kind begint te kruipen, let je erop dat er een rustig stuk vloeroppervlak beschikbaar is het voor het kind en dat er her en der uitdagende voorwerpen te vinden zijn.
Maar kan dat nou ook op verticale groepen?
Op verticale groepen is de grootste uitdaging voor de pedagogisch medewerkers om ruimte en tijd voor de baby’s af te bakenen. Bij de allerjongsten zijn de momenten van verschonen en voeden de belangrijkste interactiemomenten. Dat betekent op een verticale groep dat je hele goede afspraken moet maken over de taakverdeling. Bijvoorbeeld als je een baby aan het verschonen bent, dat dit een één-op-één-moment tussen jou en de baby is, waarop je niet gestoord mag worden.
Een andere uitdaging is dat je voldoende tijd inbouwt om naar de baby’s te kijken. Afspraken over vaste observatiemomenten kunnen voorkomen dat 'tevreden baby’s' over het hoofd worden gezien. Ook de communicatie met ouders verbetert als je naast de informatie over eten en slapen bijvoorbeeld ook kunt vertellen dat een baby vandaag op zijn armpjes heeft gesteund en dat hij waarschijnlijk snel zal gaan tijgeren.
Let er bij een verticale groep op dat je de aangeboden activiteiten afstemt op het niveau van de baby’s. Vaak is het voor baby’s al voldoende om onderdeel te zijn van de groep, bijvoorbeeld bij muziek- en bewegingsactiviteiten. Maar ook bij andere activiteiten kun je als team actief nadenken over hoe baby’s kunnen meedoen. Belangrijk is dat je samen plezier maakt en werkt aan gezamenlijke ervaringen. Zo kunnen baby’s bijvoorbeeld ook water voelen bij een wateractiviteit. En dreumesen kunnen papier kreuken of scheuren bij een knutselactiviteit.
Kortom, het neerzetten van een hoogkwalitatief aanbod voor baby’s in een verticale setting is zeker mogelijk maar vraagt wel om goede voorbereiding en afspraken.